De onzichtbare invloed van het CBO
Het Centraal Bestuursorgaan voor de Studentenvoorzieningen (CBO) is vrijwel onbekend onder studenten, maar dit studentenbestuur is uniek in Nederland. Op geen enkele andere universiteit hebben studenten zoveel te zeggen over zoveel centen.
by Ole Chavannes, 30 november 2000

Je bent student, houdt van vergaderen en mag daarom jaarlijks een zak met meer dan ??n miljoen gulden verdelen onder
studentenorganisaties. Die eer valt de vijf studentenbestuurders van het cbo ten deel. Dit studentenbestuur, dat zetelt in een
kantoor, pal onder de kamer van de rector magnificus in de Oude Boteringestraat, draagt een behoorlijke verantwoordelijkheid,
maar heeft weinig naam. Alleen het clubje studentenbestuurders die jaarlijks hun begroting moeten laten nakijken, kent de
strenge subsidieverstrekkers maar al te goed.

Het cbo adviseert, subsidieert en controleert twee typen studentenorganisaties. Clubs als aclo, gsp, usva en kei krijgen
direct subsidie van het bestuursorgaan (in totaal 8,3 ton per jaar). Over subsidi?ring van 15 faciliteitenorganisaties, zoals
de Groninger Studentenbond en sib, geeft het studentenbestuur het college van bestuur advies. In 2000 bedraagt dit
'faciliteitenbudget' 175.000 gulden.
Waar andere universiteiten het subsid! iebeleid voor studentenvoorzieningen niet aan studenten toevertrouwen, heeft de RUG er
juist voor gekozen studenten zelf te laten beslissen. Studenten weten immers zelf het beste wat studenten nodig hebben. Die
keus werd meer ruim dertig jaar geleden al gemaakt.

De onlangs gepensioneerde Secretaris van de Universiteit, H. Bruins, stond in 1969 aan de wieg van het cbo. ?Het besluit om
studenten inspraak te geven op bestuurlijk niveau, had alles te maken met de democratiseringsgolf binnen de universiteit. We
waren aardig vooruitstrevend daarin. Tot die tijd opereerden al die organisaties, waaronder toen ook nog studentenhuisvesting
en de mensa in Vera vielen, redelijk onafhankelijk. Het was dus wel even schrikken voor al die organisaties, toen ineens vier
kritische studenten in een commissie van zeven mensen zitting namen om over de gelden te beslissen.?

Uiterst nuttig
Volgens Bruins gaat het om een uniek orgaan. Door de jaren heen is gebleken dat verschillende cbo-bestuurders uiteindelijk
goed terecht zijn gekomen. Zo is Max van de Berg, oud-PvdA-voorzitter, ook cbo-voorzitter geweest. Wel is het bestuur
tegenwoordig nog slechts een zwakke afspiegeling van wat het ooit was, vindt Bruins. ?De dienst Studentenzaken heeft veel
taken van het cbo overgenomen. Professionalisering van universitair beleid, wat in de jaren tachtig opkwam, leidde tot die
splitsing. Alleen de niet-ambtelijke zaken vallen nu nog onder het bestuur van het cbo, dat inmiddels volledig uit studenten
bestaat. Integraal bestuur met studenten komt nooit meer terug, maar zoals het cbo nu functioneert, lijkt me ook uiterst
nuttig.?

Er zijn goede redenen waarom de RUG studenten zelf verantwoordelijk geeft over toekenning van subsidies aan
studentenorganisaties. Studentenbestuurders kunnen de behoeftes van de verschillende studentenorganisaties g! oed inschatten.
En ze nemen hun taak erg serieus. Ieder jaar wisselt het bestuur, waardoor steeds weer een nieuw team fanatiek aan de slag
gaat, in de hoop het beter te doen dan hun voorgangers.

De huidige cbo-voorzitter Henk Kelderhuis, omschrijft de functie van zijn bestuur als 'intermediair tussen het college van
bestuur en de studentenorganisaties'. Maar is het studentenbestuur wel een zuivere intermediair? Vriendjespolitiek is zeker
niet ondenkbaar. De cbo-kandidaten worden voorgedragen door de besturen van de direct gesubsidieerde studentenorganisaties.
Hoe die hun kandidaten selecteren, mogen ze zelf weten. Alleen de voorzitter van het bestuursorgaan wordt gezocht door de
dienst Studentenzaken, via een open sollicitatie.

Vaag clubje
Kelderhuis ontkent mogelijke belangenverstrengeling. ?Bestuursleden krijgen altijd een verantwoordelijkheid toebedeeld over
een gebied waar ze niet zelf eerst inzaten en daarbij komt dat we met z'n allen de besluiten nemen, volgens strikte criteria.
Dat we eerst ander bestuurlijk werk hebben gedaan is ook wel nodig, want soms moet je tegenover het college van bestuur wel
stevig in je schoenen staan.?

Een actueel issue voor het studentenbestuur is de facilitaire samenwerking tussen hoger beroepsonderwijs en universiteit. De
kei-week is al jaren toegankelijk voor zowel hbo'ers als universitaire studenten. In augustus zijn de faciliteiten van het
universitair Sportcentrum opengesteld voor hbo'ers en ook het culturele centrum usva en het Groninger Studentenpastoraat
hebben nu de eerste stapjes gezet richting samenwerking. Uiteindelijk zou een 'gefuseerd' cbo de faciliteiten voor alle
Groningse studenten moeten regelen. De studentenbestuurders overleggen hierover al ge! regeld met de uhg, het
samenwerkingsverband van universiteit en Hanzehogeschool. Maar het grootste struikelblok blijft geld.

Kelderhuis: ?De universiteit is bereid veel meer geld uit te trekken voor goede voorzieningen. Wij willen alleen samenwerken
met de Hanzehogeschool, als hetzelfde niveau van voorzieningen, kwalitatief en kwantitatief, behouden blijft. Zo niet, dan is
er helaas geen samenwerking mogelijk. Maar we kunnen altijd blijven praten.?
De Hanzehogeschool heeft geen studentenbestuur dat over subsidies gaat. En dat is lastig, vindt Kelderhuis. ?Er is wel een
overkoepelend orgaan, de Stichting Studentenactiviteiten, maar dat is maar een vaag clubje. Misschien zijn er zo weinig
hbo-studenten met bestuurlijke aspiraties omdat ze in een schoolser systeem zitten. Het is wel lastig dat wij daarom nog
steeds geen gelijkwaardige gesprekspartner hebben gevonden.?

Ook voor een andere slepende kwestie - de krappe behuizing voor 15 studentenorganisaties in het Pelst! erpand - heeft de
voorzitter geen oplossing. ?Het cbo is al jaren op zoek naar een groter pand, maar dat blijkt zo moeilijk te vinden, dat we nu
besloten hebben te gaan kijken naar een tweede behuizing.?

Zuinig

Dat studenten zelf hun centen mogen verdelen is mooi, maar in de praktijk verandert er niet zoveel. Het komt heel zelden voor
dat een organisatie structureel op de subsidie wordt gekort.

Ook met losse subsidies moeten de studentbestuurders uiterst zorgvuldig omgaan. Er zijn twee categorie?n eenmalige subsidies:
voor projecten die de internationalisering bevorderen, de zogeheten de Stimuleringsregeling Internationale Projecten (stip) en
voor projecten die voor alle studenten toegankelijk zijn - de Vrije Beleidsruimte. De criteria voor toekenning zijn echter
strikt. Het cbo wees recentelijk een speciale subsidie-aanvraag van Cleopatra voor hun lustrummusical af, omdat de activiteit
wel open staat voor alle studenten, maar alleen leden erin mogen acteren. In totaal trok het studentenbestuur in 2000 slechts
14.715 gulden uit voor speciale projecten.

Toch heeft het cbo niet echt te klagen over geldgebrek. Het budget voor studentenfaciliteiten is in al die jaren alleen ! maar
gegroeid. Afgelopen jaar is er zelfs 25.000 gulden extra uitgetrokken voor met name de aanschaf van computers. En het goede
nieuws is dat dit jaar waarschijnlijk weer een zelfde extra bedrag wordt toegekend. Revolutionaire verschuivingen zijn het
niet. Maar de stroperige praktijk is nu eenmaal dat echt grote veranderingen er langer over doen, dan een studentenleven lang
is.

contact home news photo video article cartoon archive links react